woensdag 20 maart 2013

Franz Ruppert: de opstelling van het Verlangen.

Waarnemingen en kanttekeningen bij Franz Ruppert.
De opstelling van het Verlangen.

Het bij de opstelling ( in eerste instantie ) niet laten representeren van de hoofdpersoon heeft m.i. tot gevolg dat de waarnemer ( “zelf” ) in deze persoon niet of onvoldoende  geactiveerd wordt.
De kans bestaat hierdoor dat het overzicht van het familieveld niet of slechts partieel wordt waargenomen.
Ik “wil meer mijzelf – kunnen –zijn”  of de oefening daarvan vindt m.i. niet of onvoldoende plaats.

Wat nu gebeurt ( de persoon zelf meteen in de opstelling plaatsen ) is dat er een ego-stuk ( met een “kokervisie” ) de plaats inneemt van de waarnemer. Datgene wat het ego-stuk waarneemt zal sterk gekleurd zijn door de bijbehorende gedachten, gevoelens en verlangens. De cliënt Is daarmee geïdentificeerd en ontbeert zo overzicht.

Disidentificatie / identificatie:
In vele stromingen wordt het belang onderstreept dat het hebben van een lichaam, gevoelens, gedachten, beelden, verlangens onontkoombaar en algemeen menselijk is. Gelukkig maar ( soms ook niet ). De verwarring ontstaat veelal in de onbewuste identificatie daarmee. Bij Hellinger mag je eerst regisseur en waarnemer zijn. Dat appelleert m.i. aan een heel gezond stuk.
De mens is meer als deze collectie verschijningsvormen.  Hier komt voor mij  het “zijn” in beeld. Het zelf. De waarnemer.


Een te sterk focus op het verlangen ( hoe legitiem ook en dikwijls voorzien van een motorwerking ) betekent m.i. nogmaals een  nadrukkelijk focus op het “tekort”. Ook dat is ego-verbonden. Zo hoeft er niet echt bewogen / ingenomen te worden en wordt er ook niet of weinig bewogen. Dit is m.i. wat er altijd al bij de cliënt gebeurd.

Als ik terugblik naar het laatste deel van de eerste sessie dan zie ik dat terug. Voor mij voelt het als dat er een focus op “licht” ( moeder-verlangen-dochter )is. Daar kan m.i. echter weinig tot geen echt contact mee gemaakt worden omdat de schaduwkant ( elders in het veld )niet waargenomen is of wordt en zo betrokken wordt bij het “geheel”. Anders gezegd: De kans bestaat dan dat er een “ideaalplaatje” ontstaat zonder dat het gegrond wordt.

In de tweede sessie ervaar ik meer dynamiek en overzicht. Echter hier beweegt een cliënt die al een vorm van innerlijke waarneming heeft ontwikkeld. Dit veld is open en wordt overzien en daardoor bewust of onbewust ingenomen. Hier zie ik wel gronding.

Wat mij opvalt  nu en de vorige keer bij de Ruppert-methodiek is dat er zo weinig dynamiek is. Het woord “log” komt bij mij op ( uitz. De 2de sessie gisteren ). Ik mis het vitale, energieke wat dikwijls bij de Hellingers aanwezig was.

Henk, 24-01-2016


 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten